Simon Suys is Woema! gestart als eenmanszaak met ecologische renovaties en isolaties. Vandaag is Woema! uitgegroeid tot een algemeen aannemer houtbouw die totaalprojecten aanneemt. Hierbij kozen ze resoluut voor het digitale pad waarbij elk gebouwconcept volledig 3D wordt uitgetekend. Aan hun werking moest dus weinig veranderen gedurende de lange perioden lockdown. Maar de sector staat voor andere uitdagingen, zoals materiaalschaarste en gebrek aan goed geschoold personeel.
Waarvoor kloppen klanten bij jullie aan?
Simon: “De architect komt samen met zijn klant bij ons om hun project te laten bouwen. Wij bouwen vervolgens hun project binnen een opgegeven budget en timing, alles gecentraliseerd rond één 3D-model. We volgen de productiegegevens op zodat we snel kunnen bouwen. Als alles bij ons zit, hebben we 3 à 4 maanden nodig voor de werkvoorbereidingen en levertermijnen en nog eens 4 maanden om de nieuwbouw te zetten. Dus op 8 maanden, maximum 1 jaar kunnen we rond zijn, afhankelijk van de complexiteit en de grootte van het project. Naast nieuwbouwprojecten werken we ook aan uitbreidingen en optoppingen op bestaande gebouwen in de stad. Complexe en uitdagende zaken, maar ook hier willen we bewijzen dat dit in hout kan.”
Is werken met hout duurzaam?
“Veel oude gebouwen zoals het Gravensteen, het Groot Vleeshuis en de meeste kerkgebouwen hebben houten roosteringen die al honderden jaren oud zijn. Het belangrijkste is dat het juiste materiaal op de juiste plaats wordt gebruikt en dat dit technisch goed geplaatst is.”
“Hout zal, als je het goed gebruikt, langer meegaan dan staal en beton. Staal gaat roesten, beton heeft last van betonrot, maar hout heeft dat in principe niet. Havensteigers worden bijvoorbeeld veelal in hout gemaakt. Beton zou eroderen en kapot gaan. Hout gaat CO2 stockeren. Een boom neemt CO2 op. Wanneer je die boom kapt en gebruikt om een huis te bouwen, blijft die hoeveelheid CO2 daar de volledige levensduur van de woning inzitten. We hebben CO2-uitstoot van ons vervoer en de zagerijen, maar al het hout dat wij gebruiken, komt van duurzaam bosbeheer. Dat wil zeggen dat er nieuwe bomen geplant worden waar we er kappen, dat de lonen voor de mensen die kappen correct zijn en dat er rekening gehouden wordt met de diversiteit van bomen in een bos zodat ook de dieren hun habitat gerespecteerd wordt. Hout wordt als een economisch product gezien. Hoe meer hout er wordt gekapt, hoe meer bossen er worden geplant en hoe meer diverser fauna en flora zal zijn, hoe meer CO2 uit de lucht wordt genomen en hoe meer CO2 wordt gecapteerd in woningen die er dan minstens 100 jaar zouden moeten staan. In vergelijking met olie is een boom een nagroeibare grondstof. Als je olie uit de grond haalt, is die weg. Bomen kan je opnieuw planten. Ook het snoeiafval van de gekapte bomen wordt gebruikt om houtwol en isolatiemateriaal te maken. Wat opnieuw je CO2-niveau doet zakken, omdat je minder moet stoken in huis.”
Was dat een bewuste keuze voor jullie om zo te werken?
“Duurzaam ondernemen is gewoon een punt bij ons. Dat is voor ons een evidentie. Dat mag geen discussie zijn. Als een klant bij ons komt, realiseren wij dat project, altijd op een duurzame en ecologische manier. In eerste instantie duurzaamheid in materialen. Die komen allemaal van duurzaam bosbeheer en nagroeibare grondstoffen. En we willen dit ook doortrekken naar personeel, onderaannemers en partners toe. Wij gaan voor onze materialen ook zeker niet bij elk nieuw project opnieuw gaan rondshoppen, op zoek naar de goedkoopste leverancier. Wij proberen duurzame relaties op te bouwen met onze onderaannemers en leveranciers omdat je op die manier ook op elkaar kan vertrouwen. Loopt er toch iets mis, dan komen we elkaar tegemoet. Door samen te werken geraak je ook veel verder. Met die duurzame relaties creëer je ook veiligheid.”
Hebben jullie iets gevoeld van de coronacrisis?
“Dat beginnen we nu wel te voelen. De Amerikaanse markt koopt hout aan in Canada, maar Canada zette zijn export van hout naar Amerika stop. Zij beginnen nu hout te zoeken in Europa, maar Europa kan niet zowel de Europese als Amerikaanse markt voorzien van hout. Amerika betaalt echter heel veel geld om hout op te kopen, waardoor we in Europa geen grondstoffen meer binnen krijgen. En dat is ook voor glas en aluminium ramen het geval. De grondstoffen raken uitgeput en de productie-eenheden draaien niet op volle kracht, door uitval of reorganisatie. Veel levertermijnen worden achteruit geschoven. Normaal hebben wij een strakke productieplanning, maar nu wordt dit onberekenbaar. Zowel qua grondstoffen als mankracht. Economisch hebben we daarentegen weinig schade gehad. We zien dat veel mensen tijd hebben genomen om aan bouw- of verbouwingswerken te denken. Onze grootste uitdaging is planning, aan materialen geraken en stijgende materiaalprijzen door de toenemende schaarste van die materialen. In onze nieuwe offertes moeten we al rekening houden met die prijsstijging.”
Maar jullie werking bleef lopen zoals ervoor?
“De begeleiding van het personeel is zeker een uitdaging gebleken. Wij zitten met 10 man op bureau die heel intensief samenwerken om een project te realiseren. Je moet zaken aftoetsen en daarvoor heb je elkaar echt nodig. Het voordeel is dat onze volledige werking al digitaal verliep: alle communicatie, planning, taken, to do’s,… verliep allemaal al digitaal. We konden van thuis uit gewoon doorwerken. Alleeen doe je geen praatje met je mensen via Zoom of Teams. Met klanten moest dat plotseling wel. We beginnen nu te bouwen voor klanten die besteld hebben aan het begin van corona en die we nog niet fysiek gezien hebben. Dat is wel moeilijk. Zij weten niet waar wij mee bezig zijn en ze zijn totaal niet mee. Ik hou mijn hart vast voor klanten die hun bouw zien oprijzen en zich dan de vraag stellen of dit wel is wat ze besteld hadden. Je hebt zoveel met hen gebeld, gemaild en online vergaderd, maar ze zien het niet in real life. Anders neem je er snel even een schets bij of een staal, of ga je langs op een afgewerkt project of een in opbouw. Maar nu alles digitaal gebeurt, wordt de communicatie soms fout opgepikt of geïnterpreteerd. Dat proberen we nu toch anders te doen. We sturen de plannen door naar de klant. Hij bekijkt ze en in plaats van ons opmerkingen te mailen, beleggen we een meeting waarbij we alles doorspreken.”
“Duurzaam ondernemen is voor ons een evidentie. Dat mag geen discussie zijn. In eerste instantie duurzaamheid in materialen. Anderzijds duurzame relaties met onze onderaannemers en leveranciers. Door samen te werken geraak je veel verder.“
Hoe proberen jullie innovatief te zijn binnen jullie sector?
“Wij beginnen waar anderen stoppen. Wanneer de planning, logistiek of stabiliteit van een project zeer complex wordt, dan zijn wij er graag bij. We willen het verschil maken en ons onderscheiden in de structuur, op ingenieus of innovatief vlak. Wij werken eigenlijk het liefst met architecten die alleen maar willen ontwerpen. Wij willen vrijheid in de structuur om te gaan beslissen wat we doen, hoe we het opbouwen, om zo het werk efficiënt te volbrengen. Je krijgt een soort engagement van alle partijen. De architect zorgt ervoor dat de esthetiek wordt bewaard en wij kijken naar de technische kant. Je kan veel opener en transparanter communiceren op die manier. En daar zetten we zeker op in. We zijn ook niet het klassieke bouwbedrijf met 20 arbeiders en 2 bedienden. Bij ons is dat fifty-fifty, wat eigenlijk vreemd is in onze sector. Dankzij de digitalisering wordt alles in 3D uitgetekend, of er wordt een scan gemaakt voor opmetingen. Wij hebben een database waarin we elk nieuw project kunnen raadplegen, tot het soort hout dat er gebruikt werd en de isolatiewaarde of densiteit van dat hout.”
Waar zit jullie grootste uitdaging momenteel?
“Het grootste probleem bij ons is scholing. De kwaliteit van het onderwijs in onze sector is eigenlijk erbarmelijk. Ze leren er al zeker niet wat wij doen. Je hebt de opleiding hout, waar je een stoel en trappen leert maken. Dan heb je de opleiding bouw, maar eigenlijk moet je een opleiding houtbouw hebben. In sommige scholen zijn ze gestart met ‘schrijnwerk houtbouw’ via Duaal Leren. We begeleiden nu één student, die wel gemotiveerd is, maar hij heeft enkel de basis meegekregen. Mochten ze in een vroeger stadium in de opleiding voor deze richting kunnen kiezen, dan zouden ze beter opgeleid zijn. Hetzelfde geldt voor de bachelor en masteropleidingen. Projectleiders, technisch tekenaars, ingenieurs met kennis van houtbouw zijn broodnodig. Meer en meer bedrijven spitsen zich nu toe op houtbouw. Er zal in de toekomst nog meer vraag komen naar studenten uit deze richting. Bedrijven merken dat de vraag naar staal, beton en steen afneemt. Houtbouw wordt ook meer en meer in openbare aanbestedingen voorgeschreven. Bijvoorbeeld in scholen vragen ze vaker naar houtbouw, ook omdat dit sneller gaat. Als je in de zomervakantie een nieuwe klas kan bouwen in plaats van een jaar containers te zetten, dat is een groot verschil. Houtbouw zal meer en meer een grotere rol beginnen spelen.”
Waar zie je jezelf over een aantal jaar staan?
“Elk jaar zeg ik dat we het rustiger aan moeten doen en dat we blij moeten zijn met wat we hebben. We groeien jaar na jaar en ik verwacht dat dat organisch zo zal blijven duren. We hebben niet de ambitie om heel groot te worden. Maar ik hoop dat we met dezelfde mensen meer kunnen doen, dus dat we efficiënter worden. Ik heb liever dat we minder projecten hebben die uitdagender zijn, dan veel projecten. Je moet ook uniek blijven. Wij willen het aanspreekpunt in de markt worden voor complexe houtbouwprojecten waarbij klanten volledig ontzorgd worden.”
Mocht je één project naar wens mogen kiezen, welk project zou dat dan zijn?
“Ik wil al heel lang eens een brug bouwen. Je hebt al enkele mooie houten bruggen in het buitenland. Maar bijvoorbeeld de fietsbrug over de R4, die had ik wel graag gebouwd, uiteraard in hout. Mensen kunnen zich dit moeilijk voorstellen, maar hout is echt sterk. Je merkt nu bijvoorbeeld de internationale strijd om om ter hoogst in hout te bouwen. In Wenen staat al een project van 84m hoog, in Amsterdam 74m, in Berlijn starten ze een project van 98m hoog en zelfs in Antwerpen liggen plannen op tafel voor een woontoren van 80m hoog.”
Heb je een tip die je aan andere ondernemers wil meegeven?
“Een ondernemer moet doen wat hij graag doet. De dag dat je niet meer met plezier werkt, is het moment waarop je jezelf gaat tegenwerk en dan crash je. Jouw bedrijf zal niet meer rendabel draaien en je sleurt andere mensen mee. Je moet ook doen waar je achter staat en waarin je gelooft. Ikzelf geloof heel hard in houtbouw en sta daar volledig achter. Je komt ook geloofwaardig en overtuigend over als ondernemer op die manier.”