Architectenbureau Serck in hartje Gent wordt geleid door stedenbouwkundig architect Thomas Serck. Al negen generaties lang is de familie Serck actief in de bouw en een gevestigde waarde in de regio.

Foto Thomas Serck

Thomas: “Mijn grootvader had een bouwbedrijf met een eigen ontwerpcel. Vroeger kon de aannemer zelf plannen maken en realiseren. Sinds de architectenwet van 1939 werd het bedrijf opgesplitst. Mijn vader heeft het architectenbureau verdergezet en mijn nonkels het bouwbedrijf. Na een opleiding en stage in Italië en Zwitserland en enkele jaren ervaring in een Brussels bureau, nam ik in 1994 het roer over. Ondertussen run ik het kantoor met een complementair team van vijf architecten en ingenieur-architecten.”

“Ons bureau heeft een evenwichtige klantenportefeuille met zowel particulieren als publieke opdrachtgevers. In zakencijfer is het fifty-fifty, in tijdsbesteding daarentegen is de verhouding 80-20. Particulieren vragen meer tijd. We ontwerpen ambitieuze en riante projecten, maar we werken ook aan bescheiden projecten voor jonge mensen. Iedereen heeft recht op een passende service. We worden met de jaren selectiever en richten ons op klanten die belangstelling hebben voor architectuur. We hebben allemaal een dak boven ons hoofd nodig, maar onze klanten beseffen dat dat dak ook heel aangenaam kan zijn. Het mooiste compliment kreeg ik in het begin van mijn carrière van een koppel artsen, toen ze zeiden: ‘We hebben ontdekt dat wonen ook zo leuk kan zijn.'”

Ga je anders te werk bij particulieren en publieke opdrachtgevers?

“De laatste tien jaar hebben we onze activiteiten geheroriënteerd richting bouwcultuur met een grote belangstelling voor patrimonium en onroerend erfgoed. We realiseerden verschillende hogeschoolprojecten, zoals de Mercator Hogeschool, een afdeling van HoGent in Aalst en de verbouwing van de Nationale Bank als zetel van de Hogeschool Gent. Bij het bouwen van scholen wordt meer de nadruk gelegd op de prijs. De kwaliteit van de prestaties wordt minder gewaardeerd. Daarentegen wordt bij erfgoedbeheer en restauratie het vakmanschap wel zeer gewaardeerd. Dat geeft voldoening. Restauratieopdrachten doen we graag. Zo maken we heel wat studies voor onroerend erfgoed om een nieuwe toekomst te geven aan oude stenen.”

Heeft de huidige crisis een grote impact gehad op jullie werking?

“Wij zijn tijdens de coronacrisis nooit gestopt met werken. Onze IT-infrastructuur laat ons toe om perfect van thuis uit te werken. Al verschillende jaren werken we met een paperless office en corona heeft dit nog versneld. Ik verlang ernaar om terug op kantoor te kunnen werken, want ik mis de interactie. De medewerkers zullen niet fulltime terugkomen naar kantoor. Ze hebben de smaak van telewerk te pakken. Dus we zoeken naar een evenwichtige permanentie. Het is ontzettend verrijkend om met jongere collega’s te werken. Ik zeg altijd: ‘Ik betaal jullie om mij tegen te spreken.’ En ze hebben daar geen moeite mee. Als ze het er niet mee eens zijn, verdedigen ze hun standpunt en komen we samen altijd tot betere inzichten. Ze hebben een gedrevenheid en terzelfdertijd bewaken ze meer de work life balance. Ik vond het normaal om meer dan tien uur per dag te werken. We zijn de kinderen van oorlogskinderen en de wederopbouw. We zijn grootgebracht met een arbeidsethiek. Maar vandaag op een gestructureerde manier veel uren kloppen ten koste van de privétijd is not done. En het lukt ook, merkwaardig genoeg.”

Willen klanten vandaag nog steeds hetzelfde als een jaar geleden?

“Ik ben begaan met het lot van de architect. Het beroep van architect is mediatiek. Het wordt dikwijls als een ideale wereld voorgesteld, maar het is een precair beroep geworden. We hebben al lang niet meer de touwtjes van het bouwen in handen. Projectontwikkelaars en financiële groepen zijn tegenwoordig de concertmeesters van de werf. Als een projectontwikkelaar initiatief en risico neemt, heeft hij winstmaximalisatie voor ogen. Wanneer een particulier samen met een architect bouwt, is woonoptimalisatie het doel. Dat is een heel andere benadering. We moeten goed nadenken over hoe we ons in deze muterende constellatie herpositioneren. Architectuur wordt een luxeartikel dat zich tot een kleine groep mensen richt. Ongetwijfeld zorgt de coronacrisis voor een kantelmoment. Het is een bewustzijnscrisis in alle domeinen. Tijdens de lockdown keken mensen met andere ogen naar hun leefomgeving. Er is momenteel nog nooit zoveel gebouwd en verbouwd en er is een ongeziene vraag naar omgevingsvergunningen. De publieke ruimte illustreert ons hetzelfde. Publieke ruimte moet kwalitatief hoogwaardig zijn en aanzetten tot ontmoeting. Het is een lust te zien dat de Reep in Gent een ontmoetingsplaats geworden is in plaats van een parking.

“We maken een ongezien moment in de geschiedenis mee. Dat zal tot nieuwe inzichten leiden en een reeks van onze problemen oplossen. We moeten bekennen dat het niet langer ging zoals we bezig waren. We worden gestimuleerd om anders te gaan leven als de noodzaak het hoogst is en ik wens dat ik die kans zo goed mogelijk aangrijp om het beter te doen. We kunnen de stroom verleggen door er een steentje in te verleggen. Onze medewerkers zullen niet alle dagen naar het werk komen, ik zal niet meer elke avond uithuizig zijn. We zullen minder de auto gebruiken, omdat we via digitale weg kunnen vergaderen. Corona is een grote leermeester.”

“We worden gestimuleerd om anders te gaan leven als de noodzaak het hoogst is en ik wens dat ik die kans zo goed mogelijk aangrijp om het beter te doen.”

“In ons beroep is visibiliteit en mond-aan-mond reclame heel belangrijk. Ik ben geëngageerd in verschillende organisaties. In de gespecialiseerde beroepsvereniging Gorduna ontmoet ik architecten die zich specifiek richten op restauratie van onroerend erfgoed. Als voorzitter van de stuurgroep van de Federatie Vrije Beroepen Oost-Vlaanderen vind ik het interessant om gelijkaardige zorgen te delen met andere vrije beroepen. Nu vergaderen we veel via Teams, maar de belangrijke dingen worden besproken voor en na de vergadering. Die kleine informele momenten mis ik wel.”

Hoe ontspan je in deze moeilijke periode?

“Tuinieren vind ik ontspannend, maar als het even kan, zoek ik het ruime sop op. Omdat ik in de stad woon en werk, zijn vergezichten op het water bijzonder rustgevend. Ik zeil graag in Zeeland met zijn pittoreske haventjes en omdat mijn dierbare echtgenote graag de kustlijn blijft zien.”

Architectenbureau Serck