Ondernemers kiezen steeds vaker voor inclusief ondernemerschap, waarbij ze een job geven aan mensen die moeilijk aan de slag geraken op de arbeidsmarkt. Dit doen ze soms uit noodzaak – denk maar aan de krapte op de arbeidsmarkt – maar ook omwille van het maatschappelijk verantwoord ondernemen zelf. In de betekeniseconomie ligt de focus niet langer enkel op welvaart, maar ook op welzijn. Wij spraken met Bert Boone, directeur bij Compaan, over het belang van de doorstroom voor de doelgroepmedewerkers en voor de lokale economie.

Waarom is de doorstroom van doelgroepmedewerkers eigenlijk zo belangrijk voor de samenleving?
Allees staat of valt tegenwoordig met zingeving. Vandaag halen veel mensen
dat uit hun werkstatus. Mensen krijgen zelfvertrouwen en een positiever zelfbeeld wanneer ze kunnen bijdragen tot de samenleving. Werken maakt gezond. Compaan gelooft in een inclusieve samenleving en dus in inclusieve tewerkstelling. Voor de samenleving en ons economisch systeem is het van belang dat we – gezien de arbeidskrapte – voldoende mensen kunnen inschakelen om de economische groei te ondersteunen. Elk talent is nodig. Bedrijven krijgen hierbij een andere maatschappelijke rol die meer en meer complementair is aan haar bedrijfsbelang.

Hoe kunnen we die groep van doelgroepmedewerkers het beste omschrijven? Zijn dat enkel mensen met een arbeidshandicap?
In de beginjaren hielp Compaan vooral mensen met een arbeidshandicap aan een job. Later kwamen daar de jongeren en de mensen met allochtone origine bij. We richten ons ook naar oudere werknemers, 50-plussers die opnieuw werk zoeken. De overheid benoemt deze doelgroepen formeel als ‘kansengroepen’. Toch voelen de doelgroepmedewerkers zichzelf meer lotgenoten dan dat ze zich een label voelen. Ze zijn vooral bezig met het vinden van werk. Afhankelijk van de problematiek wordt door bijvoorbeeld VDAB of een OCMW uitgemaakt welke persoon in welk doorstroomprogramma wordt toegelaten. We zien tegenwoordig een evolutie naar combinaties van problematieken, waardoor een steeds meer geïntegreerde dienstverlening wordt aangeboden.

Jullie kregen van de provincie Oost-Vlaanderen een subsidie voor het verduurzamen van het aanbod aan doorstroomstageplekken. Wat betekende die subsidie voor jullie?
De provincie gaf ons met de subsidie op het juiste moment een belangrijke impuls om stageplekken vorm te geven en onder de aandacht te brengen. Ieder bedrijf zal in de toekomst met werkplekleren en stageformules te maken krijgen. De subsidie – zo’n 80 euro per week per stageplek – geeft een duwtje in de rug. Het zet de ondernemers aan het denken. Zij staan meer en meer open voor werkplekleren. Per jaar werkt Compaan samen met een 500-tal bedrijven die stagemogelijkheden geven. Als er een bedrijf met ons heeft samengewerkt rond een werkzoekende, krijgt dat bedrijf een referentiebewijs ‘inclusief ondernemen’. Op die manier toont het bedrijf dat het een inclusieve onderneming is die maatschappelijk geëngageerd is, wat ook qua employer branding en naar potentiële klanten toe niet onbelangrijk is. De subsidie van de provincie Oost-Vlaanderen is om die reden vooral een belangrijk politiekmaatschappelijk signaal.

Vandaag zoeken bedrijven mensen met de juiste attitude en sociale skills, eerder dan de juiste technische opleiding. Dankzij werkplekleren krijgen bedrijven een kosteloze kans om mensen werkervaring te bieden.

En hoe reageren de kmo’s op het werkplekleren?
Vandaag de dag worden veel bedrijven geconfronteerd met het niet ingevuld krijgen van vacatures. Er is een mismatch op de arbeidsmarkt tussen vraag en aanbod. Jaren geleden stonden de bedrijfsleiders huiverachtig tegenover het zelf opleiden van nieuwe medewerkers. Nu is dat een vanzelfsprekendheid. Vandaag zoeken bedrijven mensen met de juiste attitude en sociale skills, eerder dan de juiste technische opleiding. Dankzij werkplekleren krijgen bedrijven een kosteloze kans om mensen werkervaring te bieden. De selectieprocedure gebeurt op de werkplek zelf, op de werkvloer. Bedrijven en werknemers moeten aan die nieuwe manier van selectie wennen maar zien wel degelijk de voordelen.

Houdt de rol van Compaan dan op bij de aanwerving van de doelgroepmedewerker of blijven jullie hem/haar op de voet volgen tijdens zijn tewerkstelling?
Het uitgangspunt van een bedrijf is niet iemand met een arbeidsbeperking aan te werven. Een bedrijf heeft een vacature lopen en die moet ingevuld worden. Het is aan ons om in gesprek te gaan met de bedrijven om te kijken wat er gevraagd wordt en wat wij kunnen aanbieden. Om dan eventueel, waar nodig, de functierollen wat te herschikken. Compaan treedt op als coach, als de contactpersoon met wie de doelgroepmedewerker het proces van tewerkstelling doorloopt. Daarnaast treden wij ook op als vertrouwenspersoon voor het bedrijf. Het bedrijf is een klant met een vraag. Daarop proberen onze trajectbegeleiders een zinvolle match te vinden met de beschikbare arbeidskrachten.

Hoe denkt u dat de arbeidsmarkt eruit zal zien in de toekomst? Gaan werkgevers meer en meer inzetten op het aantrekken van doelgroepmedewerkers?
Heel veel bedrijven zijn bereid doelgroepmedewerkers aan te werven maar
willen ontzorgd worden. Ze werken liever met een maatwerkbedrijf dat de zorg opneemt voor de doelgroepmedewerker dan dat ze zelf de administratieve last op zich moeten nemen. Volgens mij gaan we meer en meer naar dat enclavemodel groeien in de toekomst. Organisaties als Compaan gaan echte HR-bedrijven worden om alles wat een overheid aan ondersteuningsmaatregelen geeft, te faciliteren. Maatwerkbedrijven, met andere woorden, als een soort van interim-plus-bedrijven.

Meer info over de provinciale subsidie ‘doorstroomstageplekken’ op www.oost-vlaanderen.be

“Via VDAB kwam ik bij Compaan terecht. Bij arbeidsconsulent Martine voelde ik mij meteen op mijn gemak. Ze zorgde voor een aangename en professionele begeleiding. Ik leerde meer zelfvertrouwen hebben, om meer in mezelf te geloven. Tijdens mijn stage kon ik aan de slag als verkoopster in een lingeriewinkel. Ik kwam er terecht in een fantastisch en vriendelijk team. Nu werk ik in een schoenenwinkel en kijk ik met goede moed naar de toekomst.”

Valeria (35) volgde een traject tijdelijke werkervaring (TWE) bij Compaan