Beschermings- en kwaliteitslabels zijn niet meer uit onze voedingssector weg te denken, en maar goed ook. Ze zorgen ervoor dat onze lokale producten beter in de kijker komen, zowel op lokaal, regionaal als Europees niveau. In dit artikel willen we dan ook focussen op de verschillende kwaliteitslabels, en hoe ze ingezet worden in de FRiDGE-regio’s.

Europese labels

De Europese Unie beschermt haar gastronomisch erfgoed door de productdiversiteit en kwaliteit (gelinkt aan de oorsprong van het product) in de verf te zetten. Er zijn drie verschillende kwaliteitslabels voor landbouwproducten en levensmiddelen:

  • Beschermde Oorsprongsbenaming (PDO – Protected Designation of Origin)
  • Beschermde Geografische Aanduiding (PGI – Protected Geographical Indication)
  • Gegarandeerde Traditionele Specialiteit (TSG – Traditional Specialties Guaranteed)
fridge

Door deze labels groeit de visibiliteit van de producten op de Europese voedingsmarkt. Tegelijk wordt de naam van het product beschermd tegen imitatie en fraude. De aanvraag van deze labels blijkt echter een lang, administratief proces te zijn. Er zijn grote verschillen tussen de landen in hoe de overheden en voedingsproducten omgaan met de labels. Om een kleine vergelijking te maken: Griekenland heeft 100 Europese kwaliteitslabels, Duitsland 91, België 20, Hongarije 16, Finland 10 en Roemenië 7.

Beieren – Duitsland

Beieren valt op tussen alle FRiDGE-deelnemers, met 38 PDO’s en PGI’s in de regio, gaande van wijn en bier tot kaas en vlees. Zo is er bijvoorbeeld Kulmbacher bier (PGI) en Hofer Rindfleischwurst (PGI) die is als lokale specialiteiten worden gezien.

West-Macedonië – Griekenland

Enkele producten die beschermd worden met Europese kwaliteitslabels in deze regio zijn bijvoorbeeld Griekse saffraan (PDO), ook bekend als Grieks goud omwille van het aroma, de kleur en farmaceutische eigenschappen, en de West-Macedonische, sprankelende roséwijn Amyndeon (PDO).

Oost-Vlaanderen – België

Ook in onze provincie zijn er drie producten met een PGI-label. De Geraardsbergse mattentaart, de Gentse azalea’s en de O’de Flander graanjenever kunnen van de voordelen van deze labels genieten. We willen producenten ook blijven aansporen om dergelijke labels aan te vragen voor hun producten.

Economische impact van Europese kwaliteitslabels

Sinds de jaren ’90 worden regionaal verankerde producten gemerkt met PDO- en PGI-labels, met de bedoeling om de culinaire diversiteit als onderdeel van ons Europees cultureel erfgoed, te beschermen. De labels garanderen de plaats van oorsprong en behoeden authentieke producten en productiemethodes van exploitatie, imitatie en fraude.

De voornaamste doelen van deze labels zijn:

  • Ruimtelijk monopolie van de productierechten
  • Verschuiving van de marktvraag naar de plaats van oorsprong
  • Jobs creëren en veilig stellen
  • Culinaire diversiteit en erfgoed bewaren
  • Belastingsinkomsten verhogen voor gemeenten
  • Verhoging van het toerisme
  • Waardering voor de regio als investeringsgebied

Dit onderwerp is uitermate interessant voor de FRiDGE partners, en ondertussen wisselen de regio’s onderling ervaring uit over dit thema. Een van de partners, KErn Competence Center for Nutrition uit het Duitse Beieren, heeft samen met de FAU, de op één na grootste universiteit van Beieren, een studie gemaakt over de economische impact van Europese beschermingslabels voor landbouwproducten en levensmiddelen. De focus lag op drie Beierse producten:

  • Bier: Bayerisches Bier (PGI)
  • Asperges: Franken-Spargel (PGI) en Schrobenhausener Spargel (PGI)
  • Karper: Aischgründer Karpfen (PGI) en Oberpfälzer Karpfen (PGI)

De studie toont aan dat de invloed van PDO- en PGI-labels op prijs en verkoop niet meteen gelinkt worden met elkaar. Tegelijk zijn de effecten op export stabiel of zelfs stijgend. Er werd echter maar een beperkt aantal producten bestudeerd, waardoor de resultaten niet helemaal sluitend zijn. Toch tonen ze waardevolle gevolgen voor de bescherming van oorsprong.

De bevindingen uit deze studie tonen het belang van kwaliteitsverzekering in de Europese Unie aan, en verklaren het economisch potentieel van de oorsprongsbescherming. Bij de toewijzing van deze bescherming is het dan ook niet de vraag of er een economisch effect zal zijn, of hoe sterk dit zal zijn. De vraag is eerder of het de bedoeling is om een prijs- of verkoopseffect te zien, en op welke markten dit moet gebeuren.

De studie is beschikbaar in het Engels op www.mdpi.com/2071-1050/12/14/5503/htm.