Naast ‘IQ’ en ‘EQ’, wint nu ook ‘AQ’ aan belang. Niet langer alleen ‘intelligentie’ of ‘emotie/empathie’ is belangrijk; ook het ‘aanpassingsvermogen’. Hoe iemand omgaat met verandering, vormt volgens velen de belangrijkste competentie om in de toekomst succesvol in het leven te staan. In een VUCA-wereld wijzigt de omgeving zeer snel. Ook de jobinhoud zal mee evolueren. Het onderwijs staat voor de moeilijke opdracht de jongeren hierop voor te bereiden. Tegelijk wijzigen ook arbeidsrelaties. Het aantal startende ondernemers stijgt, net als het aantal freelancers. De ‘gig’-economie doet zijn intrede: mensen hoppen wendbaar van de ene naar de andere opdracht.

Pedro De Bruyckere is pedagoog en onderzoeker aan de Arteveldehogeschool in Gent en de Universiteit Leiden. Hij bestrijdt mythes over onderwijs en leren. Verder doet hij onderzoek naar STEM-onderwijs bij moeilijk bereikbare doelgroepen. Zijn publicaties zijn internationaal bekend en in meerdere talen uitgegeven.

 

Hoe zie je de toekomst van ons onderwijs?
‘De toekomst van het onderwijs kan je niet los bekijken van de demografische context. Tot een vijftal jaar geleden hebben we een babyboom gekend. De gevolgen daarvan, zien we nu in het onderwijs. De plaatstekorten die we afgelopen jaren hadden in het kleuteronderwijs, zetten zich voort in het lager onderwijs en de miserie begint nu ook in het middelbaar onderwijs. De komende drie jaar komen er, in Gent alleen al, 2.000 kinderen tussen de 12 en 18 jaar bij. Dat is gigantisch en we lijken er nauwelijks op voorbereid. De klassen zitten nu al te vol, plus we hebben geen leerkrachten. Ik ken verschillende projecten voor nieuwe scholen, maar zullen er nieuwe leerkrachten voor gevonden worden? Het aantal studenten in de lerarenopleiding dat afstudeert daalt al vijf jaar op rij. In 2017 stopten 402 leerkrachten wiskunde en er kwamen slechts 24 afgestudeerde leerkrachten wiskunde in de plaats.’ 

 

‘We hebben geen leerkrachten. In 2017 stopten 402 leerkrachten wiskunde en er kwamen slechts 24 in de plaats.’ 

Zal die babyboom ervoor zorgen dat de gaten in de arbeidsmarkt gevuld worden?
‘De recente babyboomgeneratie start nu in het middelbaar onderwijs. De eerste lichting studeert dus af binnen 6 jaar. Dat zijn doorgaans leerlingen uit het BSO die niet verder studeren. De andere komen nog eens 3 jaar later op de markt. Tegen 2030 verwachten we dus een golf van jonge werknemers. Maar daarmee is het probleem op de arbeidsmarkt niet opgelost. De effecten van vergrijzing zullen zich tegen dan manifesteren. Over 10 jaar is één op vier Vlamingen ouder dan 65 jaar. In China is dat nu al het geval. In Rusland is het helemaal een ramp, de jongeren die ze nog hebben gaan allemaal weg. Om nog maar te zwijgen over de situatie in onze buurlanden. Duitsland was lang het Europese land met het laagste geboortecijfer, waardoor volgens Duitse economen de komende 10 jaar meer dan 120.000 jongeren minder op de arbeidsmarkt bijkomen. Ook Nederland sterft, op de randstad na, uit.  Japan sterft uit met een geboortecijfer van 1,4. In België staat het geboortecijfer op 1,8, terwijl je 2,1 à 2,2 nodig hebt om je bevolking in stand te houden. Daarnaast is er momenteel een mismatch tussen vraag en aanbod op de arbeidsmarkt.’ 

 

Hoe verklaar je die mismatch tussen vraag en aanbod en hoe kan je dat oplossen?
‘Er is vaak een mismatch tussen wat er gestudeerd wordt en wat we nodig hebben op de arbeidsmarkt. Aan de ene kant worden kinderen gestimuleerd om hun passie te volgen, aan de andere kant krijg je een overschot aan profielen die we niet nodig hebben en omgekeerd. De eisen van de arbeidsmarkt zijn doorheen de jaren toegenomen. Het onderwijs kan hier maar deels aan tegemoetkomen. Ook hier heb je een paradox. We hebben meer tijd nodig om mensen voor te bereiden op het kwaliteitsniveau dat de arbeidsmarkt vraagt, terwijl diezelfde arbeidsmarkt schreeuwt om nieuwe instroom aan werknemers. Zo is, onder druk van Europa, de opleiding verpleegkunde langer geworden.  Hetzelfde hoor je nu ook voor de lerarenopleiding. Een lerarenopleiding die maar drie jaar duurt, zoals bij ons, is bijna nergens meer te vinden in de wereld. Je merkt dat de complexiteit is toegenomen. En dat zal een spanningsveld worden. Zo staat ook het systeem van flexibilisering in het hoger onderwijs ter discussie. Ik denk dat die flexibilisering, het makkelijk kunnen overdragen van vakken naar volgende schooljaren, een stuk gaat verminderen. Want in de praktijk werd dit een studieverlenging. De bedoeling was net omgekeerd. Ik denk dat de volgende regering dit zal aanpakken. Tegelijkertijd zal de vraag komen of de studieduur mag verlengd worden om werkkrachten beter voor te bereiden. Maar je kan niet beide hebben. Er zullen vermoedelijk ook hybridemodellen ontstaan, waarbij duaal leren in het hoger onderwijs mogelijk wordt.’

 

‘We hebben meer tijd nodig om mensen voor te bereiden op het kwaliteitsniveau dat de arbeidsmarkt vraagt, terwijl diezelfde arbeidsmarkt schreeuwt om nieuwe instroom aan werknemers’

 

Is het populaire STEM-onderwijs* in het secundair geen stap in de goede richting?
‘Jazeker. We zien dat STEM-vakken populairder worden. De invulling van STEM verschilt wel sterk tussen de scholen. De nieuwe eindtermen willen dit een stuk stroomlijnen. Het STEM-onderwijs werd gelanceerd vanuit het TSO-onderwijs, maar nu zetten ook steeds meer en meer ASO-scholen er op in om hun aantrekkingskracht te vergroten. Op die manier krijg je een soort concurrentie tussen beide. TSO-scholen zijn hier niet gelukkig mee. Zij claimen het STEM-onderwijs en halen aan dat zij het al aanboden voor het ‘het nieuwe Latijn’ werd. De kritiek is niet geheel ongegrond. Je loopt het risico dat het sterkste profiel in TSO nu kiest voor een ASO opleiding, terwijl sommige richtingen van TSO veel beter op de universiteit en de hogeschool voorbereiden dan ASO richtingen. En een diploma hoger onderwijs blijkt nog altijd de beste garantie op werk en de beste garantie voor een gezonder en gelukkiger leven.’

 

Wat voor invloed heeft immigratie op het onderwijs?
‘De toename van diversiteit is een uitdaging die we moeten aannemen, want behalve dat je achtergrond je geen parten zou mogen spelen, hebben we ook iedereen nodig. Taal speelt hier uiteraard een belangrijke rol. In Gent praten 26,5 % van de jongeren in het leerplichtonderwijs thuis geen Nederlands, terwijl het Vlaamse gemiddelde 16,5% is. In het Gentse BSO-onderwijs is dat 41%. Dit voorbeeld wil niet zeggen dat het enkel een probleem van de grootsteden is. In Oostende is er een belangrijk deel van de  bevolking dat geen Nederlands spreekt. Eén op vier kinderen in het Brugse kleuteronderwijs spreekt thuis geen Nederlands. De toekomst van onderwijs wordt stedelijk en extreem divers. Wat we ook nog zien is dat er een trend bestaat waarbij hoger opgeleide immigranten wegtrekken, voorlopig is het saldo hier nog positief en blijven er meer hoogopgeleide jongeren dan er wegtrekken.’

 

Denkt u dat we evolueren naar een situatie waar mensen zich gewoon inzetten als freelancer en voor verschillende projecten en werkgevers werken?
‘Dat leek mij een hele tijd zo te zijn, maar de term freelancer heeft een slechte publiciteit gekregen. Door de ver-uber-isering van de samenleving wordt er meer en meer op de negatieve kanten van het verhaal gewezen. Als freelancer geniet je minder sociale bescherming dan in andere statuten. Wil men freelance populair maken, dan zal men ook moeten sleutelen aan het sociaal statuut. Maar ik denk dat het zo’n vaart niet zal lopen. Vooral ook omwille van de invloed van ouders. De invloed die ouders op onze jobkeuze hebben, is veel groter dan wat de meeste denken. Als het sociaal statuut niet veel verbeterd, zal freelance niet doorbreken. Recent bleek zelfs in de VS de trend anders te lopen dan iedereen verwachtte, net weg van die Uber-achtige jobs.’

 

 

*Wat is STEM-onderwijs?

STEM is een internationaal letterwoord dat staat voor Science, Technology, Engineering en Mathematics, een waaier aan technologische, technische, exact-wetenschappelijke en wiskundige opleidingen en beroepen. Elk van de 4 letters van de afkorting is even belangrijk, maar ze kunnen ook samen aan bod komen. In de STEM-uren krijgen leerlingen extra lessen wiskunde en wetenschappen. Maar ze passen de kennis van de verschillende vakken ook toe in projecten: hoe de nieuwbouw van de school energiezuiniger maken of hoe een robot de perfecte penalty laten schieten?