Als transitiemanager staat Brigitte Mouligneau aan het hoofd van een veertienkoppig team en een publiek-privaat partnerschap dat de circulaire economie in Vlaanderen onverminderd vooruit blijft stuwen. Vol goede moed sensibiliseren en informeren ze de maatschappij over de mogelijkheden in de circulaire economie zodat we tegen 2050, 100% van onze materialen recycleren.
Waarom een circulaire economie?
‘We willen een nieuwe economie creëren die veel meer aandacht heeft voor grondstoffen en materialen. Vandaag leven we in een wegwerpeconomie die zeer lineair is: we maken zaken, we gebruiken ze en gooien ze vervolgens weg. Daar moeten we absoluut van af. Circulaire economie zal de economie van de toekomst moeten worden als we onze welvaart hoog willen houden. We moeten oplossingen bedenken om niet steeds die primaire grondstoffen te gebruiken. Het is de bedoeling dat een product aan het einde van zijn levenscyclus niet langer wordt gestort of verbrand maar dat het product of zijn samenstellende componenten hergebruikt worden. Tegen 2050 streven we naar 100% recyclage. Dat betekent dat we nu een serieuze inspanning moeten doen om manieren te vinden om grondstoffen en materialen zolang mogelijk in de cyclus te houden. En hoe we die, op het einde van hun gebruik, opnieuw maximaal en hoogwaardig kunnen recycleren.’
‘Vandaag leven we in een wegwerpeconomie die zeer lineair is, daar moeten we absoluut van af.’
Wat is de rol van Vlaanderen circulair?
‘Het partnerschap ‘Vlaanderen circulair’ is een weerspiegeling van alle actoren die bezig zijn in de maatschappij met circulaire economie, denk maar aan Openbare Vlaamse Afvalstoffen Maatschappij, de verschillende federaties, zoals Agoria, Essentia, Fevia, vertegenwoordigers van onderzoeksinstellingen, mensen vanuit het transitie-middenveld, de Bond Beter Leefmilieu, Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten. We werken aan de randvoorwaarden om die circulaire economie mogelijk te maken. We sensibiliseren ondernemingen, instellingen, onderwijs en onderzoeksinstellingen. We organiseren netwerking waarbij we privé-partners en de overheid samenbrengen om samen een groen project te starten. De resultaten van onderzoeken verspreiden we via ons steunpunt en kennisnetwerk. We doen een doorvertaling naar het beleid als we zien dat de wetgeving onze circulaire doelstelling belemmert. Want we merken dat bestaande wetgeving niet steeds aangepast is aan de behoeften van de circulaire economie. Zo vraagt men in het kader van productnormeringen vaak dat er nieuwe grondstoffen gebruikt worden waardoor aanbieders van gerecycleerde materialen niet in aanmerking komen. De normering is strenger dan nodig waardoor leveranciers van gerecycleerde materialen niet kunnen meedingen. De wetgever kan hieraan tegemoet komen door minder strenge eisen te stellen m.b.t. normeringen en ook overheidsaankopers kunnen hiermee rekening houden bij het opmaken van hun lastenboek.’
Hoe gaat dit praktisch in zijn werk?
‘In de circulaire economie gaan we efficiënter om met grondstoffen, materialen, energie, water, ruimte en voedsel door kringlopen slim te sluiten. Natuurlijke hulpbronnen worden zo veel mogelijk hergebruikt. We maken een onderscheid tussen biologische materialen, die ontworpen zijn om veilig terug te stromen naar de biosfeer, en technische (niet-biologische) materialen, die zo zijn ontworpen en vermarkt dat ze op een kwalitatief hoogwaardig niveau opnieuw gebruikt kunnen worden. Door in te zetten op lokale productie, nieuwe businessmodellen en het zo veel als mogelijk vervangen van primaire grondstoffen door materialen die in Vlaanderen beschikbaar zijn, kan de circulaire economie Vlaanderen meer flexibel maken en daardoor ook beter bestand maken tegen disrupties in de wereldeconomie. Tot nu toe hebben we vooral gewerkt op recycleren en heel veel ingezet op afvalverwerking en de werking van kringwinkels. Maar nu moeten we vooral gaan inzetten op levensduurverlenging van apparaten en producten door een overgang naar een hersteleconomie.’
Kan je een aantal voorbeelden geven hoe we de transitie naar een circulaire economie kunnen maken?
‘De beste manier om zuinig te zijn is materialen niet gebruiken uiteraard. Zo kan je kritisch kijken naar je productieproces en er de zaken uithalen die overbodig zijn. Een mooi voorbeeld hier is de bouwsector, waar je al bij 16 cm pur voldoende kunt isoleren. Allee centimeters erbovenop zijn verloren, aangezien er geen return is op het vlak van energie. Verder kan je er voor zorgen dat producten die je verwerkt of maakt van hoogwaardige kwaliteit zijn zodat ze zo lang mogelijk gebruikt kunnen worden. Bij het productdesign kan je al mogelijkheden voorzien voor herstelling bij een defect. Als dat niet mogelijk is, kan je kijken hoe je van oude producten nieuwe kan maken. Zo maakt een Vlaams bedrijf nieuwe meubelen van oud kantoormeubilair. Dit soort ideeën moeten we voluit lanceren. We kunnen een duurzame circulaire economie pas realiseren als we ook hernieuwbare hulpbronnen gebruiken, zoals biomassa. Daarom zetten we in op een competitieve bio-economie die biomassa duurzaam produceert en waar we ook meer en meer aandacht willen besteden aan een biologische cyclus. Natuurlijke producten die ook eenvoudig hernieuwbaar zijn, zoals bordjes en bestek in plantaardig materiaal of biomassareststromen hergebruiken voor voeding, veevoeder, materialen, producten en energie.’
‘We moeten al nadenken over sloop of recyclage van bij het ontwerp van een product.’
Is er ook kritiek op de implementatie van een circulaire economie?
‘Sommigen reageren dat het onmogelijk is om zonder kunststoffen te produceren. In dat geval zal het belangrijk zijn om die kunststoffen in roulatie te houden en deze zeker niet naar een verbrandingsoven te laten gaan en deze optimaal te laten hergebruiken, waardoor de levensduur verlengd wordt. We moeten weg van de snelle wegwerpmaterialen, zoals de plastieken zakjes. Tot slot moeten we verder inzetten op het inzamelen, sorteren en recycleren van afval en het sluiten van materiaalkringlopen. Bij productdesign kan je ook al rekening houden met wat er gebeurt als de levensduur van een product op is en ontmantelt moet worden, zodat de verschillende stromen gescheiden kunnen worden. Denk maar aan de sloop van een gebouw. Het duurt soms een jaar om een gebouw te bouwen en drie dagen om het te slopen. Er zit nog veel potentieel in het duurzaam slopen en het scheiden van afvalstromen. We moeten al nadenken over sloop of recyclage van bij het ontwerp van een product.’
Hoe ga je zelf om met circulair aankopen?
‘Ik heb steeds een herbruikbare tas bij me. Bij aankoop van voedsel helpt mijn boodschappenlijstje me om niet zomaar te veel te kopen. Ik stel ook vast dat grote winkelketens een beperkt of geen aanbod hebben in duurzame alternatieven. Neem nu oorstokjes waar veel om te doen is. De grote winkelketens bieden vaak enkel de plastic versie aan, terwijl er al met een houten stokje op de markt bestaan. Er is dus nog een grote rol weggelegd voor ons om mensen te sensibiliseren en te informeren. Op onze website hebben we mooie voorbeelden van doeners. We gaan binnenkort ook een bootcamp organiseren voor jongeren rond de circulaire winkel. Ook al zijn we dan maar een week lang bezig met een 40-tal jongeren, toch kunnen we hen inspireren en gaan zij terug naar hun eigen school, naar hun families om daar te inspireren. Ik geloof ook heel sterk in de kracht van het onderwijs om die andere mentaliteit door te geven. We moeten vooral blijven werken met bedrijven die projecten willen doen. Door onderzoek te doen, door mee te denken met hen over de randvoorwaarden en door hen incentives te geven om echt die projecten op te starten.’
Wat is een Green Deal?
Een grean deal is een vrijwillige overeenkomst tussen (privé)partners en de Vlaamse overheid om samen een groen project te starten. Milieudoelen worden nagestreefd die hand in hand gaan met een verhoogde competitiviteit en een goede bedrijfsvoering. De deal voorziet een duidelijke rolverdeling, een omschrijving van de verwachte resultaten, de hieraan gekoppelde acties en een tijdsplanning. Zo engageerden zich bedrijven waaronder Bpost, De Lijn, Belfius, Basics, Ikea, … om minstens twee producten circulair aan te kopen.