Het grootste taxibedrijf ter wereld bezit geen taxi’s (Uber), het grootste mediabedrijf (Facebook) heeft geen journalisten, de grootste overnachtingsaanbieder bezit geen vastgoed (Airbnb) en heeft honderd keer minder personeel dan een klassieke hotelketen. Deze bedrijven zorgen voor disruptie in het klassieke speelveld. Bedrijven zetten platformen op die burgers verenigen en ook burgers nemen het heft in eigen handen. De deeleconomie hertekent het economisch landschap. Voorgoed?

 

Wat kunnen we verstaan onder deeleconomie*?

‘De term deeleconomie dekt vele ladingen. Occasioneel de boormachine van je buurman lenen via een platform zoals Peerby tot kennis delen op Wikipedia, een taxirit bestellen met Uber of een overnachting boeken met Airbnb. We zijn gewend om te denken in sectoren en delen bedrijven in per sector. In de deeleconomie zijn de spelregels een stuk anders. Het platform is hier de cruciale institutie. Maakt niet uit of je winst-gedreven bezig bent of niet, of je lokaal of centraal georganiseerd bent. Telkens worden de activiteiten gemedieerd door een platform. Momenteel hebben ze nog een vrij slechte naam. Denk maar aan Uber dat bijna als scheldwoord gebruikt wordt. Anderen, zoals Wikipedia zijn al volledig ingeburgerd.’

 

Waarom hebben platformen zo’n slechte reputatie?

‘Er is een angst ontstaan voor grote platformen zoals Uber of Facebook omdat ze machtiger zijn en op een of andere manier ontsnappen aan de klassieke manieren om macht van bedrijven in te perken. De typische natiestaat is geografisch verankerd, maar een platform niet. Dat zorgt voor nieuwe problemen, maar ook voor opportuniteiten. Ik bekijk het graag met enige academische afstandelijkheid zonder een moreel oordeel te vellen of dit al dan niet een positief gegeven is. Als economiefilosoof is het mijn doel om deze veranderingen zo goed mogelijk in kaart te brengen. En bij die nieuwe platform-economie zie je dat er een nieuwe soort economie ontstaat, waarbij de basisconcepten die een econoom gebruikt om naar economie te kijken, in verandering zijn.’

 

Welke verandering maken we momenteel mee?

‘We maken vandaag een verandering mee van dezelfde magnitude als de industriële revolutie. De moderne concepten die toen ontstaan zijn, worden vandaag als vanzelfsprekend ervaren. Voor de industriële revolutie had je enkel arbeid, namelijk boeren die werkten op hun land. Met de komst van de stoommachine kwam economische groei voor het eerst los van arbeid. De productiefactor kapitaal deed zijn intrede en er ontstond een spanningsveld tussen kapitaal en arbeid. Wat er vandaag gebeurt op die platformen is iets anders. Er is geen spanning meer tussen arbeid en kapitaal. Zowel de eigenaars van kapitaal als de gebruikers van een platform zijn gebruikers. Producent en consument staan voor het eerst aan dezelfde kant. Bij Airbnb kan je bijvoorbeeld je eigen huis verhuren op hetzelfde moment dat je zelf een ander huis huurt. Er komt een nieuw onderscheid en dat is het onderscheid tussen de eigenaar van een platform en de gebruikers van dat platform. Het platform maakt zelf niets, dat doen de producent en de consument. De eigenaar van het platform biedt alleen maar de mogelijkheidsvoorwaarden aan.’

 

‘Ik geloof dat de digitalisering zou kunnen doen wat de industrialisering de afgelopen 250 jaar heeft gedaan, een hertekening van hoe we onze maatschappij organiseren als geheel.’

 

Wat voor gevolgen heeft dat?

‘Als je bedenkt dat veel van onze economische en sociale wetgeving gebouwd is op dat onderscheid tussen arbeid en kapitaal, tussen producent en consument en de spanning tussen beide, besef je dat die wetgeving vandaag de lading niet voldoende meer dekt. In een platformwereld zou je gebruikers met elkaar aan tafel kunnen zetten, zonder dat de eigenaar van dat platform aan tafel komt. Waardoor je een volledig ander speelveld krijgt. Ik geloof werkelijk dat de digitalisering zou kunnen doen wat de industrialisering de afgelopen 250 jaar heeft gedaan. Dus niet zomaar een aantal nieuwe businessmodelletjes, als Uber of Airbnb, doen ontstaan, maar een hertekening van hoe we onze maatschappij organiseren als geheel. En dat klinkt heel revolutionair, ware het niet dat dit een aantal generaties geleden ook al gebeurd is en dat we ook toen niet doorhadden dat het aan het gebeuren was. Veel mensen stonden naar de stoommachine te kijken en dachten: ‘Is dit het nu?’.’

 

Zal het 250 jaar duren tegen dat we doorhebben dat een vierde industriële revolutie ontluikt is?

‘Je leert één ding heel snel als je patronen van technologische veranderingen probeert te begrijpen.De toekomst kan je eigenlijk niet voorspellen. Je kan alleen het soort van patronen leren herkennen en daarom werk ik ook graag met een analogie naar het verleden. Dat biedt een soort van houvast. Hoe die verandering er precies zal uitzien, is juist omwille van de aard van dat soort patronen onvoorspelbaar. Tien jaar geleden zeiden ze dat Facebook revolutionair was, maar niemand durfde dromen op welke manier Facebook vandaag impact heeft op onze maatschappij. Dat er verkiezingen beïnvloed worden en internationale spionage zou plaatsvinden op Facebook, hebben slechts weinig mensen voorzien.’

 

Krijgen platformen zoals Facebook niet teveel macht?

‘Platformen zoals Facebook en Uber hebben een natuurlijke neiging om de sector te monopoliseren. Er ontstaat een vicieuze cirkel waarbij een platform, één keer het een voorsprong heeft, die voorsprong altijd maar blijft uitbouwen. Hierdoor wordt het steeds moeilijker om deze te beconcurreren. Een platform poogt zijn macht zo groot mogelijk te maken. Een bedrijf als Uber bezit zelf geen auto’s, dat is net één van de redenen waarom ze zo exponentieel kunnen groeien. Ze hebben geen onderhoudskosten, maar beperken zich enkel tot de digitale kant van de zaak. Een klassiek bedrijf heeft een optimale schaalgrootte die kleiner is dan de grootte van de markt en platformen hebben dit niet. In die zin zal het platform dominant worden. Toch kan je hier niet spreken over een klassiek monopolie, want platformen gebruiken hun dominantie niet om woekerwinsten aan te rekenen. Integendeel. Facebook is gratis. Amazon gebruikt zijn macht om nog lagere prijzen aan te bieden dan de supermarkt. Je hebt dus bedrijven die met hun monopolie net datgene doen wat de anti-trustwetgeving beoogt. Wat opnieuw aantoont dat de spelregels nog op oude concepten gestoeld zijn en dat platformen buiten schot blijven.’

 

‘Op dit moment ziet het ernaar uit dat een bedrijf zoals Facebook, sneller, efficiënter, goedkoper en misschien wel democratisch legitiemer de taken van die klassieke natiestaat zal kunnen uitvoeren.’ 

 

Hoe moeten we als maatschappij hiermee omgaan?

‘Veranderingen van deze magnitude zijn heel erg disruptief voor de maatschappij. Dat toonde de industriële revolutie ons al. Er ontstaat een soort wapenwedloop tussen allerlei nieuwe initiatieven en regulatoren hollen er achteraan en vragen zich af wat er aan de hand is. Maar dit zijn het soort veranderingen die je niet zomaar tegenhoudt met piketten of door eens heel hard te roepen. Het enige wat je kan doen, is zo snel mogelijk een beeld vormen van de nieuwe logica die ontstaat en hierbinnen een hefboom vinden die je belangen verdedigen tegen andere belangen binnen die logica. Ook de overheid zal, om relevant te kunnen blijven, zichzelf moeten opstellen als een platform. Want op dit moment ziet het ernaar uit dat een bedrijf zoals Facebook, sneller, efficiënter, goedkoper en misschien wel democratisch legitiemer de taken van die klassieke natiestaat zal kunnen gaan uitvoeren.’

 

 

*Wat is deeleconomie?

Deeleconomie is het fenomeen waarbij consumenten elkaar gebruik laten maken van hun onbenutte consumptiegoederen, eventueel tegen betaling. Zo kan je je huis verhuren via Airbnb je auto via SnappCar. Of via stickers op je voordeur, laat je buurtbewoners weten dat ze jouw ladder of boormachine mogen lenen. Deeleconomie is een nieuwe manier van produceren, diensten aanbieden, werken, handel drijven en geld verdienen.