Vandaag zijn we met bijna 7,8 miljard mensen op deze wereldbol. Zes miljard meer dan 100 jaar geleden. De Verenigde Naties voorspellen een aangroei tot 8,5 miljard in 2030, en 9,7 miljard in 2050. Waar de bevolking in Europa stabiel blijft, of zelfs afneemt; stijgt deze in onder meer Afrika exponentieel. Niet enkel het aantal geboortes speelt hierbij een rol, ook de langere levensverwachting. Sinds 1840 is de levensverwachting in ontwikkelde landen elk decennium met zo’n 2,5 jaar toegenomen.

Prof. dr. Isabelle Devos, verbonden aan de Universiteit van Gent, is historica en demografe. Ze houdt zich vooral bezig met onderzoek naar de evolutie van de levensverwachting vanaf de late middeleeuwen tot vandaag. 

 

Hoe zit het met onze levensverwachting? Is het verleden een goede voorspeller voor de toekomst?

‘De huidige gemiddelde levensverwachting in België is 81 jaar: 79 jaar voor mannen en 83 jaar voor vrouwen. In vergelijking met de 19de eeuw is dit een verdubbeling op 200 jaar tijd. Zo had iemand die in 1840 werd geboren slechts een levensverwachting van 40 jaar.  Let wel, het gaat hier om een gemiddelde. De levensverwachting was in die tijd zo laag omdat er heel veel kindersterfte was. Eenmaal je de leeftijd van 20 jaar bereikte, kon je evengoed 70 jaar oud worden. Sinds 200 jaar zien we een enorme stijging door een verbetering in hygiëne, in voeding en vanaf het begin van de 20ste eeuw ook in medische infrastructuur. Die verbeterde hygiëne leidde tot een significante daling van infectieziekten zoals tuberculose, in de 19de eeuw één van de meest voorkomende doodsoorzaken.’ 

 

Wat waren en wat zijn de belangrijkste doodsoorzaken?

‘In de 19de eeuw stierf het merendeel van de Belgen aan één of andere infectieziekte. De infectieziekten, waaronder ook cholera en pokken, verdwenen vanaf het einde van de 19de eeuw. Om deze tendensen te documenteren, bestuderen we doodsoorzakenregisters uit het verleden. Bij 40% van de overlijdens hebben we geen info, omdat men niet wist waaraan iemand was overleden of omdat er geen oorzaak werd vermeld. De medische kennis in die tijd was erg beperkt. In België bleven die gegevens trouwens niet goed bewaard, om redenen van privacy. Er zijn een paar uitzonderingen, zoals de doodsoorzakenregisters in de stad Antwerpen. Deze zijn goed bewaard gebleven en staan vol gedetailleerde gegevens. Deze gegevens vergelijken we nu met andere havensteden zoals Amsterdam, Barcelona, Glasgow en Stockholm om op die manier een beter inzicht te krijgen in de verspreiding van epidemieën. Vanaf 1870 zie je vaker kanker voorkomen in de statistieken, wat niet betekent dat kanker ervoor niet bestond. Men wist gewoon niet dat het om kanker ging. Kanker zal wellicht nog toenemen tot rond 2030.’

 

Zal kanker in de toekomst verdwijnen, zoals ook de infectieziekten verdwenen zijn?

‘Vandaag sterven er nog teveel mensen aan kanker. Maar naarmate kanker beter behandelbaar wordt, zal het niet langer een doodsoorzaak zijn. Kanker zal niet verdwijnen, maar wel een chronische aandoening worden. Kankerpatiënten zullen steeds langer kunnen leven. Kanker is overigens niet de grootste boosdoener. Hart-en vaatziekten vormen vandaag de meest voorkomende doodsoorzaak, ook al is de behandeling daarvan intussen veel beter geworden. Daarnaast is de verwachting dat vanaf 2030 ziektes gekoppeld aan dementie tot de top van de doodsoorzaken zullen behoren. Daarmee bedoelen we overlijdens omwille van het niet meer optimaal functioneren door de oude leeftijd. Zo zijn er mensen die sterven na een val of na een longontsteking, maar de onderliggende doodsoorzaak is dementie*.’

“In 2030 zal dementie tot de top van de doodsoorzaken behoren”

Worden we allemaal 100 jaar in 2030? 

‘We gaan niet allemaal 100 worden, maar sommigen wel. Binnen de wetenschap heb je twee grote groepen, enerzijds de pessimistische groep die zegt dat er een biologische grens is aan het leven. Anderzijds de meer optimistische groep die zegt dat de gemiddelde levensverwachting in de nabije toekomst boven de 90 jaar zal liggen en een groot deel zelfs ouder zal worden dan 120 à 125 jaar. Historisch onderzoek is hiervoor nuttig, maar het blijft een rekenkundige berekening. Prognoses uit de jaren 1920, ‘40 en ‘60 zaten er ook allemaal naast, ze dachten dat we veel vroeger zouden sterven dan dat we nu doen. We mogen dus niet te pessimistisch zijn, maar ik ben ook realistisch.’ 

 

Vanwaar komen de verschillen in leeftijdsverwachting tussen mannen en vrouwen?

‘In 1841 was de levensverwachting tussen mannen en vrouwen weinig verschillend, maar dit is geleidelijk aan beginnen veranderen door verschillende redenen. Er stierven toen nog veel vrouwen bij de bevalling, maar door de verbetering van de gynaecologie vanaf de late 19de eeuw nam dit aantal sterk af. Daarnaast werkten veel mannen in de zware industrie, wat voor heel wat gezondheidsproblemen zorgde. Ook het rookgedrag van mannen was hierbij belangrijk. De sigaret werd vanaf 1920 heel populair. Het verschil tussen mannen en vrouwen wordt vandaag weer wat kleiner. Dit komt omdat vrouwen steeds meer mannelijk risicovol gedrag vertonen door bijvoorbeeld te roken en alcohol te drinken. Longkanker is tegenwoordig bij vrouwen vaker een doodsoorzaak dan borstkanker.’

“Het verschil in levensverwachting tussen mannen en vrouwen wordt steeds kleiner omdat vrouwen steeds meer een mannelijk gedragspatroon vertonen door te roken en alcohol te drinken”

Kan je de gemiddelde levensverwachting veralgemenen naar West-Europa?

‘Ja, niet voor Oost-Europa, waar de levensverwachting een stuk lager is door de lage levensstandaard en het enorme alcoholverbruik. Dit was ook al het geval in de 19de en 20ste eeuw. Rusland heeft de laagste levensverwachting in Europa met een gemiddelde van slechts 71 jaar. Zwitserland heeft de hoogste levensverwachting met een gemiddelde van 83 jaar. Dit hebben ze te danken aan hun hoge levensstandaard en goede gezondheidszorg. Maar in Zuid-Europa zijn er minder rijke regio’s waar mensen ook zeer lang leven. Onderzoek daar wijst vooral op het gezonde zuiderse dieet met veel groenten, fruit en vis.’ 

 

Welke evoluties neem je waar in de Belgische demografie?

‘Het zijn vooral de ouderen, 65-plussers, die ouder worden. Dit hebben we voornamelijk te danken aan de vooruitgang van de medische wetenschap. We krijgen ook steeds meer alleenwonende oudere vrouwen omwille van hun hogere levensverwachting. Tegen 2030 zal het aandeel 65-plussers op zijn hoogst zijn, omdat de babyboomers van 1950-’70 dan in die leeftijdsgroep vallen. Daarnaast zien we ook het fenomeen van de ontgroening: er worden minder kinderen geboren. Een gevolg van de financiële crisis van 2008. We verwachten wel dat het geboortecijfer terug licht zal stijgen. Een Belgische vrouw krijgt gemiddeld 1,6 kinderen. Dat zal wellicht weer stijgen naar 1,8. Dat is nog altijd minder dan het vervangingsniveau van 2,1 dat nodig is om het bevolkingsaantal op peil te houden. Zelfs met migratie gaan we dit cijfer niet zomaar bereiken.’ 

 

Welke gevolgen brengt deze vergrijzing met zich mee?

‘De vergrijzing zal leiden tot een grotere zorgvraag, nood aan kleinere wooneenheden en nood aan meer plaatsen voor mensen met dementie. Want langer leven betekent niet noodzakelijk lang in goede gezondheid leven. De levensverwachting in goede gezondheid is momenteel in West-Europa, ongeveer 65 jaar. Dit betekent dat we ongeveer een vijfde van ons leven met een of andere aandoening te maken krijgen, meestal is dat op het einde van ons leven. Dit stellen we vast op basis van gezondheidsenquêtes naar de eigen ervaringen van mensen. Gezondheidsbehandeling op maat is ook meer en meer aan de gang, bvb. chemotherapie aan huis voor borstkankerpatiënten. Tot slot zien we ook dat Belgen die ouder worden beschikken over te lage pensioenen en dat kan een probleem vormen in de toekomst. Veel gepensioneerden bezitten vandaag gelukkig een eigen huis. Mijn inschatting is dat het tegen 2050 nog moeilijker zal worden aangezien de huidige generatie er nog moeilijker in slaagt om een eigen huis te hebben en aan pensioenopbouw te doen.’

 

 

*Wat is dementie?

Dementie is de naam voor een geheel van symptomen, een syndroom, waarbij de hersenen informatie niet goed meer kunnen verwerken. Bij dementie gaan de zenuwcellen in de hersenen of de verbindingen ertussen kapot. De meest voorkomende vorm van dementie is de ziekte van Alzheimer. Volgens de Wereldgezondheidsorganisatie gaat het aantal mensen met dementie op 20 jaar sterk stijgen tot meer dan 80 miljoen mensen. Wetenschappers gaan ervan uit dat dit tegen 2040 de belangrijkste doodsoorzaak zal zijn.