Confidas is een producent van pâtes de fruits, een hoogwaardige fruitsnoep met een minimum van 50% fruit. Bij Confidas vind je fruitgehaltes van 50, 60 en 70%. Dat is een heel groot verschil met de meeste fruitsnoepen, die vaak slechts 0 tot 5% fruit bevatten. Het bedrijf bestaat 40 jaar, en vijf jaar geleden nam Luc Aelterman het over van de oprichter na zelf al een goede 25 jaar in de voedingsindustrie gewerkt te hebben. Luc draagt duurzaamheid al zijn hele carrière hoog in het vaandel, en hij vertelt dan ook maar al te graag hoe hij dit binnen Confidas probeert te verwezenlijken.
Wat betekenen duurzaamheid en futureproof ondernemen voor jullie?
Luc: “Bij Confidas zien we duurzaamheid op verschillende manieren. Enerzijds willen we ervoor zorgen dat het bedrijf vandaag succesvol is en dat het over tien jaar minstens even succesvol is. Anderzijds willen we onze sociale rol in de maatschappij opnemen door onze inzet voor het milieu en onze medewerkers.”
Hoe vertaalt zich dat in jullie bedrijf?
“We proberen duurzaamheid nogal pragmatisch aan te pakken omdat het een complex gegeven is. Er is veel literatuur over te vinden. Maar als je die gelezen hebt, ben je gedemotiveerd om met duurzaamheid aan de slag te gaan. Want het thema duurzaamheid wordt dikwijls heel complex voorgesteld. En lijkt het soms dat je als kmo gevraagd wordt om alle problemen van de wereld op te lossen. Vandaar dat wij voor een pragmatische aanpak hebben gekozen dat zich vertaalt in vijf kernbegrippen. Het begint met ons product: hoe maken we dat ons product toekomstbestendig is, dat het zowel vandaag als morgen relevant is en dat het het beste product is binnen zijn segment? Vervolgens is er planet, het milieuaspect. Hier zetten we in op energieverbruik, verpakkingen… Ten derde zijn er de mensen (people): hoe krijgen we onze medewerkers mee in ons verhaal? Dan is er ook profit. Het is niet zo sexy, maar als je duurzaam wil zijn, moet je winstgevend zijn. Je kan goed doen voor iedereen, maar als je failliet gaat, ben je niet duurzaam bezig. En de vijfde P staat voor partners. Dat gaat over alle samenwerkingsverbanden die we sluiten, met klanten, leveranciers, associaties, onderwijsinstellingen… Op al deze zaken proberen we in te spelen om onze verantwoordelijkheid op te nemen in de maatschappij.”
Is het mogelijk om hier enkele concrete voorbeelden bij te geven?
“Laten we beginnen bij product. We proberen het allerbeste fruitsnoep aan te bieden. Dat vertaalt zich in een vegan product met een hoog fruitgehalte, zonder bewaarmiddelen, waarbij enkel natuurlijke ingrediënten gebruikt worden. Zo willen we ons product zo goed mogelijk positioneren naar de toekomst toe.”
“Op vlak van planet (milieu) hebben we heel wat werk gedaan rond ons energie- en waterverbruik, en ook door optimalisatie van onze verpakkingen. Ook hier gaan we weer zeer pragmatisch te werk. Zo hebben we bijvoorbeeld geprobeerd om het energieverbruik te reduceren met weinig wereldschokkende zaken, zoals het vervangen van onze verlichting door LED. Dat is heel efficiënt gebleken. We proberen hier ook onze mensen bij te betrekken. Om een voorbeeld te geven: vroeger bij het opstarten van de fabriek, schakelden we alle machines aan, terwijl we nu de machines pas aanleggen wanneer we ze nodig hebben. Als je je medewerkers vertelt dat de krimpfoliemachine drie keer zoveel verbruikt als de 100 verlichtingsarmaturen die hier hangen, komt dat wel binnen. Zo hebben we het energieverbruik met 15 à 20% kunnen reduceren. Daarnaast hebben we ook geïnvesteerd in zonnepanelen, waardoor ons volledige elektrisch verbruik gedekt wordt door eigen productie. Het waterverbruik hebben we gehalveerd door dit grondig te analyseren. Een grote verbruiker was de onthardingsinstallatie. Zo’n machine moet om de zoveel tijd regenereren, en dat was bij ons zo ingesteld dat dat iedere nacht gebeurde. Ik heb die vervangen door een ontharder die maar onthardt als er een bepaald verbruik geweest is, waardoor de regeneratie maar om de twee weken is. Daarnaast is de loodgieter eens langsgekomen om alle kranen en toiletten na te kijken op mogelijke lekken. Het zijn simpele zaken, maar hierdoor hebben we wel ons waterverbruik kunnen halveren.”
“Het is hierbij superbelangrijk om je medewerkers mee te krijgen in je verhaal, omdat zij ook heel waardevolle ideeën kunnen aanbrengen. We hebben een systeem ingevoerd van een CAO90, waardoor al onze medewerkers een bonus kunnen krijgen op het einde van het jaar. Hiervoor moet aan vijf criteria voldaan worden: dat gaat over efficiëntie in de productie tot reductie van de afvalberg. Doordat ze hier nu aandacht aan besteden, hebben we ook onze afvalproductie kunnen verminderen. Het eerste jaar na de invoering hiervan waren drie van de vijf objectieven behaald, waardoor de werknemers een bonus van 600 euro hebben opgestreken. En daarna is de motivatie om hieraan te werken uiteraard alleen maar gegroeid. Zo proberen we alle medewerkers mee te krijgen in het verhaal.”
“Binnen het onderdeel ‘partners’ staat service bieden naar de klanten heel hoog op de agenda. We maken specifieke producten voor specifieke klanten, zodat ze een uniek product op de markt kunnen brengen. Er moet natuurlijk een bepaald volume tegenover staan. We proberen ook samenwerkingen op te zetten met onderwijsinstellingen, omdat we toch wel de vinger aan de pols willen houden. Zo is er een samenwerking met de UGent, richting Handelswetenschappen voor onze marketing. Vorig jaar hadden we ook een stagiaire die zes maanden bij ons gewerkt heeft rond innovatieprojecten, om bedrijfservaring op te doen.”
“Allees wat we doen, moet voor minstens twee van onze P’s goed zijn. Veelal wordt er gedacht dat inspanningen voor het milieu te veel geld kosten. Maar als je dat goed aanpakt, zijn heel veel zaken zowel goed voor planet als voor profit, zoals het reduceren van het waterverbruik bijvoorbeeld.”
Wanneer zijn jullie begonnen met deze duurzaamheidsstrategie? Wat was de trigger om hieraan te beginnen?
“Dat is eigenlijk mijn persoonlijke overtuiging, omdat ik vind dat het de verantwoordelijkheid is van ondernemers om de leiding te nemen in duurzaamheid. Als wij, de bedrijven, het niet gaan doen, zullen er twee gevolgen zijn: wat er uiteindelijk gebeurt, zal (1) veel te laat zijn, en (2) verplicht worden door de overheid. Ik claim liever het initiatief dat ik de zaken kan doen die ik belangrijk vind, dan wachten tot er zaken opgelegd worden die misschien minder relevant gaan zijn of die minder goed gaan scoren op mijn P van profit.”
Vijf jaar geleden kwam je in dit bedrijf terecht en besloot je rond duurzaamheid te werken. Hoe begin je aan zoiets?
“Het begint natuurlijk met de vraag: ‘waarom heb ik dit bedrijf overgenomen?’ Als je een bedrijf zoekt om over te nemen, is er op zich al niet veel keuze. Maar wat me in Confidas aansprak, was het product. Het is een natuurlijk en authentiek product, maar de manier waarop het in de markt gezet werd, was heel klassiek, conventioneel, bijna oubollig. Als je dan kijkt naar de huidige consumententrends in voeding, past ons product daar wel in: het is vegan, heeft geen bewaarmiddelen, een hoog fruitgehalte… Dat is allemaal erg actueel vandaag, dus proberen we daarop in zetten. Ik zag het potentieel van het product binnen de huidige trends. En in mijn carrière vóór Confidas ben ik veel bezig geweest met duurzaamheid. Die bagage neem je mee als je zo’n stap zet.”
Welke tips kan je geven aan andere ondernemers?
“We hebben bewust gekozen voor de aanpak van ‘het laaghangend fruit’. Gaan voor zaken die makkelijk te implementeren zijn, zonder grote investeringen. Het pas aanleggen van de machines wanneer je ze nodig hebt in plaats van wanneer je ’s morgens toekomt, kost niets, maar geeft wel een grote payback. We gebruiken bij onze verpakkingen ook onderdelen in plastiek, maar ik heb onze leveranciers de vraag gesteld of ze hier ook recycleerbaar materiaal voor konden gebruiken. De ene antwoordt daar meteen positief op en levert een product dat voor 80% uit gerecycleerd materiaal bestaat. Voor een ander lijkt dit onmogelijk, maar dan gaan we in gesprek, en zo hebben we toch een leverancier kunnen overtuigen om van een volledig PET product naar een product te gaan waar toch 40% gerecycleerd materiaal in zit. We zouden graag naar 80% gaan, maar dat gesprek loopt nog.”
“Een ander voorbeeld: onze verwarmingsinstallatie en stoomketel werken op stookolie. We wisten niet goed waar ons verbruik juist naartoe ging, dus hebben we daar twee mazouttellers tussen gezet, waardoor we nu weten hoeveel van ons verbruik naar verwarming en naar stoom gaat, en wanneer de verbruikspieken juist vallen. In ons magazijn was het altijd 20°. Waarom? Niemand wist het. Maar er is niemand die daar permanent moet werken, dus dat hebben we teruggedraaid naar 15°. Dat zijn heel kleine stapjes, maar door zelf goed rond te kijken en te praten met je medewerkers, kan je heel wat kleine zaken identificeren in je bedrijf die toch een grote impact kunnen hebben.”
“Dé tip die ik collega-ondernemers wil aanreiken, is het besteden van de nodige aandacht aan de betrokkenheid van je medewerkers. Onderschat niet hoe groot de uitdaging is om je medewerkers actief te laten meedenken aan je duurzaamheidsstrategie. Nu meer en meer medewerkers aan boord komen, en er meer en meer nieuwe initiatieven van hun kant ook komen, zien we een positieve evolutie in onze meetpunten. Maar dat neemt veel tijd in beslag, en herhaling is heel belangrijk.”
Zal Confidas over tien jaar nog bestaan?
“Dat is toch zeker de bedoeling! De belangrijkste focus om dit te bereiken, is maken dat je relevant bent en blijft voor je consumenten en je klanten. Daarom zetten we zo in op de samenwerkingen met partners, de service tegenover klanten en de ontwikkeling van klantspecifieke producten. Naar consumenten toe houden we de evolutie van de trends goed in het oog zodat het product hierop blijft aansluiten en dus relevant blijft voor de consument.”
Heb jij een bedrijf in de voedingssector en wil je zelf stappen zetten richting duurzaam ondernemen?
Schrijf je nu in voor het traject ‘Hello Future, How can I help?’
Voor dit traject slaan EROV en Flanders’ FOOD de handen in elkaar met als doel om kmo’s in de voedingssector op weg te helpen naar een duurzaam businessplan en een duidelijke toekomststrategie. Op 3 workshopdagen (30 maart, 20 april en 11 mei) ga je langs bij ondernemers die al stappen gezet hebben op dit duurzaamheidstraject. Ook ga je samen met Peter De Pauw van Strategies & Leaders op zoek hoe je duurzame, laagdrempelige stapjes kan zetten in jouw businessplan.