Het Hinkelspel is een coöperatieve kaasmakerij. Al 40 jaar maken ze rauwmelkse, biologische kaas op ambachtelijke wijze. In de coöperatie heeft elke aandeelhouder één stem en dus niet één stem per aandeel. Er zijn een 80-tal aandeelhouders, bestaande uit werknemers, klanten en boeren. Door zo te werken, zetten ze in op de lange termijn. Het is namelijk niet mogelijk dat één aandeelhouder de helft van de aandelen opkoopt en zo de koers die het bedrijf vaart, compleet wijzigt, als de andere aandeelhouders daar niet mee akkoord gaan. Daarnaast wordt het coöperatief aspect ook doorgetrokken in het samenwerkingsmodel, zowel intern als extern. Intern is er een volledig horizontale structuur. Er zijn geen bazen of verantwoordelijken, iedereen is gelijk en werkt samen om het bedrijf te doen draaien. Die manier van werken wordt doorgetrokken naar de leveranciers en de klanten. Wij gingen in gesprek met Floris Lepercq.
Wat betekenen duurzaamheid en toekomstgericht ondernemen voor jullie?
Floris: “Duurzaamheid is een containerbegrip waar men tegenwoordig maar al te graag gebruik van maakt. Volgens ons kan je dat opsplitsen in verschillende aspecten. Ten eerste is er duurzaamheid op ecologisch vlak, wat uiteraard heel belangrijk en relevant is. Wij zijn natuurlijk een verlengstuk van de melkveehouderij, die slecht scoort op het duurzaamheidsrapport omwille van de methaangasuitstoot. Maar toch geloven wij dat we ook in de toekomst onze plaats hebben, omdat wij op elk aspect van de keten en het productieproces zo goed mogelijk proberen te werken. Dat gaat van de behandeling van de dieren over de manier waarop de melk geproduceerd wordt tot onze verkoop. Je kan ook duurzaam zijn op op economisch vlak. Dan denk ik aan onze samenwerking met de leveranciers op lange termijn bijvoorbeeld. We betalen hen een correcte en eerlijke prijs voor hun melk zodat de boer kan leven van zijn product. Dat is goed voor hem, maar ook voor ons, omdat we zo zeker zijn van de kwaliteit en de levertermijnen van de melk. Elkaar niet tot de laatste frank uitpersen, maar samenwerken, is een heel belangrijke manier van duurzaam ondernemen. Ten slotte kan je ook duurzaam te werk gaan op sociaal vlak. Dan gaat het meer over de manier waarop je met elkaar omgaat in je bedrijf. Het is de bedoeling om samen te werken en het beste uit elkaar te halen.”
Hebben jullie altijd al zo gewerkt of is er toch een trigger geweest om het duurzame pad in te slaan?
“Het Hinkelspel is ontstaan als coöperatie. De drie oorspronkelijke oprichters waren vrienden die begin jaren ‘80, na de economische crisis, op een andere manier wilden werken, dus die filosofie heeft altijd wel in het bedrijf gezeten. Vandaar ook de naam: er zit een spelaspect in, werken moet nog altijd plezierig zijn. Maar ook: het is een proces van vallen en opstaan, van twee stappen vooruit en een achteruit, maar de basisprincipes blijven wel hetzelfde. Dat is een waarde die heel belangrijk is voor ons. We trekken dat ook door in de mensen die we aannemen in het bedrijf. We kijken eerst of iemand binnen onze groep past, of iemand qua ideeëngoed deel kan worden van de groep. Dan pas gaan we kijken naar de achtergrond. Dat komt ook omdat er geen echte opleiding is tot kaasmaker en dat we dus elke opleiding intern moeten organiseren. Het is belangrijk dat de traditie die we daarin hebben, behouden blijft.”
Welke kleine stapjes hebben jullie kunnen zetten, zonder grote investeringen te moeten doen, in het kader van die duurzaamheid?
“Ik denk dat er voor bedrijven een aantal heel gemakkelijke oplossingen zijn. Als het gaat over ecologie, dan denk ik aan groene stroom, en geen grijze stroom. Het onderhandelen van die contracten is even duur. Een andere gemakkelijke stap kan genomen worden op financieel vlak. Het is niet duurzaam om zonnepanelen op je dak te leggen als je daarvoor financiering vraagt bij Deutsche Bank, die leningen geeft aan de olieindustrie. De overstap van een grootbank naar een duurzame bank is heel gemakkelijk en heeft een heel grote impact. En als laatste moet je mensen zoeken die duurzaamheidsprincipes in hun DNA hebben. Als je het echt meent als bedrijf en een verschil wil maken in dat opzicht, moet je dat terugvinden in je mensen. Een bedrijf draait op de mensen die er voor werken, niet op de machines die er in staan.”
Hebben jullie een bepaalde duurzame verkoopstrategie?
“Onze kazen verkopen we enkel in volledige bollen. Dat is het beste voor ons product. Daarnaast proberen we ook die duurzaamheid in het transport door te trekken. Dat betekent dat we onze verkoop zo veel mogelijk in eigen handen houden. We gaan heel bewust kiezen aan welke klanten we gaan verkopen. We kiezen ervoor om zo goed als geen export te doen en alles zo lokaal mogelijk te doen. Dat wil dus zeggen, zo weinig mogelijk retail. We zouden hier meer op kunnen inzetten, maar dat willen we niet omdat dat zou betekenen dat we aan de laagste marges moeten produceren. Zo zou er teveel druk komen op onze productie, zonder dat we er meer aan verdienen. Als ambachtelijk, klein bedrijf in Vlaanderen is het belangrijk om voor de lokale markt te produceren en niet voor de wereld. Het is niet dat we helemaal geen retail doen. Je hebt nu eenmaal een bepaald volume nodig om efficiënt te kunnen produceren, maar dat betekent niet dat we van onze principes afwijken.”
Welke factoren zouden mogelijk een bedreiging kunnen vormen voor jullie bedrijf binnen dit en tien jaar? Wat zou je doen om dit te counteren?
“Duurzaamheid is niet gratis en dat mag je letterlijk nemen. Het kost energie op vlak van het personeel en op financieel vlak. Als je denkt dat je geld gaat verdienen met green washing, moet je er niet mee beginnen. Je moet keuzes maken. Zoals wij de keuze maken om in bepaalde sectoren niet te groeien, om bepaalde machines te vervangen omdat ze duurzamer zijn, zonder dat we er de initiële kosten uithalen. Dat zorgt voor een spanningsveld. Wij maken natuurlijk ook graag winst, en we zouden die graag zien stijgen, maar ten koste waarvan? Die spanningsvelden blijven bestaan, waardoor het ook snel fout kan lopen binnen een bedrijf.”
“Een van de grootste uitdagingen voor bedrijven is altijd personeel, en dat is voor ons niet anders. Er kruipt heel veel energie in om de juiste mensen aan te werven, en dat heeft ook een impact op je duurzaamheid. Als je veel energie moet steken om je bedrijf, verkoop en productie te doen draaien, dan heb je nu eenmaal minder energie over om je bezig te houden met concrete projecten, zoals ecologie. Een voorbeeld bij ons: we hebben vorig jaar ons hele dak vol gelegd met zonnepanelen. Er liggen er zoveel als mogelijk op met één injectiepunt. We zouden er meer kunnen leggen, maar het zou ons meer kosten omdat we teveel energie zouden terugsteken op het net, en de vergoeding daarvan zou ons te veel kosten. Dus ook al willen we hier nog meer op inzetten, we worden administratief tegengehouden om hierin te investeren. Want stel dat we een tweede injectiepunt zouden hebben, dan was er geen enkel probleem. Dat zijn stomme problemen waarmee je geconfronteerd wordt, die wel een rem zetten op je bedrijf. Ecologie zal ons nog heel veel werk verschaffen, en ik hoop dat we over 5 à 10 jaar in de mogelijkheid zijn om dit te doen. We gaan er in elk geval alles aan doen!”
Denk je dat Het Hinkelspel over 10 jaar nog zal bestaan?
“Jazeker, omdat het product dat we maken echt goed is. Het is echt lekkere kaas. Ook omdat er binnen het verhaal van de landbouw gefocust wordt op de kweek van dieren, terwijl we altijd melkvee zullen nodig hebben. Alleeen al omdat we mest nodig hebben voor onze akkers, iets wat mensen vaak vergeten, maar kunstmatige mestproductie heeft een veel grotere uitstoot dan de mest van de dieren zelf. Het dierenbestand zal wel inkrimpen, toch zeker waar er geen toegevoegde waarde is. En waar melkvee is, is melk. En wat is er beter dan kaas maken met die melk?”
Heb jij een bedrijf in de voedingssector en wil je zelf stappen zetten richting duurzaam ondernemen?
Schrijf je nu in voor het traject ‘Hello Future, How can I help?’
Voor dit traject slaan EROV en Flanders’ FOOD de handen in elkaar met als doel om kmo’s in de voedingssector op weg te helpen naar een duurzaam businessplan en een duidelijke toekomststrategie. Op 3 workshopdagen (30 maart, 20 april en 11 mei) ga je langs bij ondernemers die al stappen gezet hebben op dit duurzaamheidstraject. Ook ga je samen met Peter De Pauw van Strategies & Leaders op zoek hoe je duurzame, laagdrempelige stapjes kan zetten in jouw businessplan.